Bedrijfshulpverlening op scholen

‘Een ongeluk zit in een klein hoekje’. Een spreekwoord die duidelijk maakt dat een werkgever er op voorbereid moet zijn dat in zijn organisatie een ongeval en/of brand kan voorkomen. Van een werkgever wordt verwacht dat hij de risico’s in de school in kaart brengt door een Risico Inventarisatie en – Evaluatie (RI&E) uit te voeren en maatregelen te treffen om de risico’s te beperken of te voorkomen. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen zich toch noodsituaties voordoen, zoals persoonlijk letsel of brand. In de Arbowet is daarom opgenomen dat organisaties verplicht zijn om maatregelen te treffen op het gebied van BHV. Iedere werkgever is verplicht goed voorbereid te zijn op ongevallen, brand en ontruiming. Hierbij moet hij zich laten ondersteunen door deskundige BHV’ers.

BHV betekent bedrijfshulpverlening en is de hulp die wordt verleend bij incidenten in uw school, die de veiligheid en de gezondheid van uw leerkrachten, leerlingen en andere aanwezigen bedreigen.

De bedrijfshulpverleners (BHV’ers) zorgen ervoor dat letsel en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen en beperkt.

Hieronder lees je wat dat specifiek betekent voor de BHV-organisatie op scholen. Wil je de informatie in een overzichtelijke handleiding? Download dan hier het document ‘BHV organisatie op scholen’ in pdf-formaat.

BHV organisatie op scholen

De BHV organisatie op school moet passen bij de omstandigheden van de schoollocatie. De taken, opleiding, hulpmiddelen en het aantal BHV’ers hangen af van de volgende factoren:

  • Specifieke risico’s: denk aan vallen op het schoolplein, val van gymtoestel of speeltoestel, spelende kinderen die tegen elkaar botsen, praktijklokalen met gevaarlijke stoffen.
  • Aantal aanwezigen.
  • Aantal niet-zelfredzame personen: denk aan kleine kinderen (onderbouw) en mindervaliden.
  • Aard, grootte en complexiteit van het gebouw: een groot of oud gebouw met meer verdiepingen heeft meer risico’s dan een nieuw en brandveilig laagbouwpand.
  • Hoe snel zijn professionele hulpverleningsdiensten ter plekke.
  • Risico’s uit de externe omgeving: ligt de school in de buurt van een risicovolle industrie, dan kan er een calamiteit van buiten komen.

Taken, aantal en opleiding van BHV’ers op scholen

Het woord zegt het al: een Bedrijfshulpverlener (BHV’er) biedt hulp als er op school een incident is. In dit hoofdstuk worden de BHV-taken, bijbehorende opleidingseisen en een indicatie van het aantal benodigde BHV’ers en BHV-middelen beschreven. Het verdient aanbeveling om eerder opgedane ervaringen met noodsituaties te benutten om uw BHV-organisatie te verbeteren. Een school kan leren van ongevallen die hebben plaatsgevonden op de eigen school en op andere scholen. Ook het evalueren van oefeningen draagt bij aan het verbeteren van de BHV-organisatie

De BHV-taken bestaan uit:

  1. Melden van een noodsituatie en alarmeren van de hulpverlening
  2. Ontruimen van het schoolgebouw
  3. Hulpverlenen bij persoonlijk letsel
  4. Beheersen en bestrijden van brand
  5. Coördinatie tijdens een noodsituatie1. Melden noodsituatie en alarmeren van de hulpverlening

Elk personeelslid, en bij voorkeur ook elke leerling, moet weten hoe hij/zij een noodsituatie moet melden. Hiervoor kan men gebruikmaken van het filmpje ‘Ontruimen van een basisschool’.

Op deze dvd is o.a. te zien hoe men de hulpverlening alarmeert:

  • Bij persoonlijk letsel wordt de BHV’er die opgeleid is voor het verrichten van eerste hulp gehaald, bijvoorbeeld door een leerling.
  • Bij brand kan iedereen worden gewaarschuwd door snel alle lokalen langs te lopen waarna elke leerkracht zijn/haar klas ontruimt.

Bij grote scholen wordt aanbevolen om een noodsituatie op een centraal punt te melden. Degene die dit centrale meldpunt bemant, bijvoorbeeld de conciërge of de directeur, alarmeert de benodigde hulpverleners.

2. Ontruimen van het schoolgebouw

Om te voorkomen dat een brand of een explosie resulteert in een groot aantal slachtoffers moet het schoolgebouw in korte tijd (indicatie 5 à 10 minuten) veilig kunnen worden ontruimd. Elke leerkracht heeft daarom een ontruimingstaak en moet hiervoor worden opgeleid.

Een belangrijk onderdeel van ontruimen is het nalopen van alle ruimten, inclusief toiletten. Op de afgesproken plek kan de school checken of iedereen aanwezig is, bijvoorbeeld aan de hand van klassenboeken of presentielijsten.

Het is aan te bevelen om minimaal een keer per jaar een ontruimingsoefening te houden. Bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar. De oefening zorgt ervoor dat iedereen (leerkrachten, leerlingen en overig personeel) weet wat zij moeten doen bij een noodsituatie zoals alarm slaan, instructie van de BHV’er volgen, hoe ze zich via een vluchtroute naar de nooduitgang moeten begeven en waar men zich buiten moet verzamelen. Na elke oefening is het belangrijk om te evalueren. Wat ging er goed? Welke knelpunten waren er? Dit wordt vastgelegd in een verslag.

3. Hulpverlenen bij persoonlijk letsel

Levensreddende eerste hulp moet binnen drie minuten worden geboden. Op elke school moeten daarom voldoende werknemers opgeleid zijn voor het verrichten van levensreddende eerste hulp. De werknemer kan hiervoor een BHV en/of EHBO cursus volgen. Kies bij voorkeur een cursus waar ook aandacht wordt besteed aan kinder EHBO en kinderreanimatie.

Op grote scholen met een groot aantal leerlingen moet het aantal van de hier genoemde BHV’ers evenredig groot te zijn. De BHV’ers dienen zodanig verspreid over het gebouw aanwezig te zijn, dat elke plaats in het gebouw binnen 3 minuten door een van deze BHV’ers bereikt kan worden. Het verdient aanbeveling om met name niet-onderwijzend personeel deze taak te geven zodat tijdens noodsituaties met persoonlijk letsel, het lesgeven zoveel mogelijk ongestoord doorgang kan vinden.

Gymzaal

Ongeveer 40% van de ongevallen vindt plaats tijdens het bewegingsonderwijs en dan met name in de gymzaal. Het is daarom gewenst dat een gym- of sportleraar de levensreddende eerste hulp taken kan invullen. Hij of zij kan hiervoor een BHV cursus en/of EHBO cursus volgen.

Praktijklokaal

In praktijklokalen kunnen ongevallen met apparatuur, zoals boormachine, draaimachine, freesmachine en lasapparaat gebeuren. Leerkrachten en/of de technische onderwijsassistenten die werken in de lokalen waar deze apparatuur wordt gebruikt, dienen de betreffende risico’s te kennen en adequaat in te kunnen grijpen indien zich een ongeval voordoet. Het is daarom aan te bevelen om de betreffende medewerkers een BHV-opleiding en/of EHBO-opleiding te geven waarbij tevens aandacht is voor de specifieke risico’s van de praktijklokalen.

4. Beheersen en bestrijden van brand

Bij brand staat het in veiligheid brengen van leerlingen en medewerkers voorop. Beheersen en bestrijden van brand hoeft daarom niet standaard tot het takenpakket van de BHV te behoren. Dit kan men overlaten aan de brandweer. De BHV’ers en ontruimers zijn in dat geval verantwoordelijk voor het zo snel mogelijk ontruimen van de school.

In een aantal situaties, met name bij de aanwezigheid van praktijklokalen, zal brandbestrijding wel standaard tot de taken van de BHV behoren. De leerkracht moet om kunnen gaan met kleine blusmiddelen en slanghaspels.

Het is te overwegen om de BHV taken ‘hulpverlenen bij persoonlijk letsel’ en ‘beheersen en bestrijden van brand’ te combineren. De meeste BHV opleiders bieden dit standaard aan in hun pakket.

5. Coördinatie tijdens een noodsituatie

Op elke school is een persoon eindverantwoordelijk voor de BHV-organisatie. Dit zal meestal de directeur zijn. De directeur kan ook de coördinatie tijdens een noodsituatie, bijvoorbeeld een ontruiming, voor zijn/haar rekening nemen. Ook de conciërge kan voor deze taak in aanmerking komen. Tijdens een noodsituatie is de coördinator het eerste aanspreekpunt voor de externe hulpverleningsorganisaties.

De opleiding is sterk afhankelijk van de complexiteit van de taak. Dit hangt samen met het aantal leerlingen, het aantal bouwlagen, de complexiteit en de grootte van het schoolgebouw. De coördinator kan hiervoor een cursus Ploegleider BHV volgen.

Samenvatting BHV-organisatie scholen

In onderstaande tabel vindt u een samenvatting van de taken, het aantal benodigde BHV’ers en de bijbehorende opleiding. Let wel dit is een indicatie. Het is van belang om de risico’s van jouw school goed in kaart te brengen en uw BHV-organisatie daarop af te stemmen.

Taak Aantal BHV’ers Opleiding
Melden van een noodsituatie en alarmeren van de hulpverlening Elke medewerker Dvd ‘ontruimen van een basisschool’
Ontruimen van het schoolgebouw Elke leerkracht Ontruimingsoefening
Hulpverlenen bij persoonlijk letsel Voldoende medewerkers afhankelijk van de uitkomsten uit de RI&E BHV cursus en/of EHBO cursus
Beheersen en bestrijden van brand 2 (optioneel) + praktijkleerkrachten BHV cursus of aparte opleiding omgaan met kleine blusmiddelen
Coördinatie tijdens een noodsituatie 1 (plus 1 reserve) Ploegleider BHV

Samenvatting taken BHV’ers op scholen

De taken van een BHV’er zijn:

  • het kunnen herkennen van een gevaarlijke situatie als zodanig en het nemen van de juiste maatregelen ten behoeve van het slachtoffer;
  • het kunnen verplaatsen van een slachtoffer in een noodsituatie;
  • het kunnen nagaan wat er met het slachtoffer is gebeurd;
  • het kunnen geruststellen van het slachtoffer;
  • het op de juiste wijze kunnen zorgen voor deskundige hulp;
  • het vaardig zijn in het verlenen van levensreddende eerste hulp of reanimatie bij:
    • bewustzijnstoornissen;
    • ademhalingsstoornissen;
    • bloedsomloopstoornissen;
  • het kunnen verlenen van eerste hulp bij:
    • snij- en schaafwonden;
    • uitwendige bloedingen;
    • brandwonden;
    • specifieke verwondingen die samenhangen met de aanwezige apparatuur in een school;
  • het kunnen overleggen met externe hulpverleningsorganisatie en het kunnen aansturen van collega’s in noodsituaties conform de afspraken in het schoolnoodplan (coördinatie).

Onderhoud in relatie tot (on)veiligheid

Noodsituaties dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen, maar zijn nooit geheel uit te sluiten. Het voorkomen van noodsituaties kan door middel van:

  • het uitvoeren van onderhoud aan technische installaties;
  • het controleren van de beschikbaarheid van de BHV-hulpmiddelen;
  • het scheppen van de juiste voorwaarden voor het uitvoeren van het onderhoud aan het schoolgebouw zelf;
  • het uitvoeren van onderhoud aan speel- en gymnastiektoestellen.